NOTITIES (VAN EEN VOETBALTRAINER)

In het voetbalseizoen 2014-2015 was ik trainer van Elinkwijk C1. Het team uit Utrecht telde vijf spelers van Marokkaanse en vier van Turkse afkomst. De ouders van Sheku kwamen uit Sierra Leone. De vader van weer een andere speler was afkomstig uit Bosnië en de ouders van rechtervleugelverdediger Atreyon van Curaçao. En dan waren er ook nog vier ‘Hollandse’ jongens. Je kon wel stellen dat het team een afspiegeling was van onze multiculturele samenleving.

Doordeweeks nam ik twee van de drie trainingen voor mijn rekening, de derde werd gegeven door Hassan Imoussatan. Onze teamleider was Ben Janssen en vaste grensrechter Albert, de vader van Atreyon. De participatiemaatschappij in een notendop.

Alle trainingen, wedstrijdbesprekingen en opstellingen noteerde ik op een A4-tje (zie HANG NAAR TOTALE CONTROLE ). Ook in de seizoenen daarna. In het najaar van 2016 begon ik enkele van deze uit te werken. Zowel op papier als doek. Het eerste schilderij kreeg de titel ‘Ik hoop dat we het geluk vinden‘. De titel verwijst naar diegene die hun geboorteland vrijwillig of noodgedwongen hebben verlaten om zich tijdelijk dan wel definitief in Nederland te vestigen. Deze migratiestroom is afgebeeld in de non-fictieve opstelling van de C1 in een wedstrijd tegen JVOZ uit Vlissingen.

IK HOOP DAT WE HET GELUK VINDEN
(Que tinguem sort) – Detail

2015
Acryl, olieverf (paint stick), (kleur)potlood en krijt op katoen
140 x 210 cm

De titel ‘Ik hoop dat we het geluk vinden‘ is de vertaling van de favoriete song van succestrainer Pep Guardiola: ‘Que tinguem sort’ van Lluis Llach, een Catalaanse singer-songwriter en politiek activist. De titel is door de ouders met een niet Nederlandse achtergrond vertaald naar de taal van het land waar zij of hun ouders zijn geboren.

Het schilderij was een startsein voor het maken van diverse werken op papier en doek onder de noemer ‘Notities (van een voetbaltrainer)’. Het werk gaat over de hang naar totale controle en de twijfel over het nemen van de juiste keuzes; wie mag er (vanaf het eerste fluitsignaal) wel meedoen en wie niet.